Vraagitem creëren

Bij het creëren van een vraagitem vraagt het systeem een aantal standaard zaken/ gegevens als instellingen van de vraag.

Stappenplan voor het creëren van een vraagitem:

 

Voor specifieke uitleg over ieder vraagtype, klik hier

 

Het creëren van een vraagitem doe je door in je toets te klikken op Vraag toevoegen (afbeelding 1). Vervolgens kun je kiezen uit de optie Nieuwe creëren en Bestaande toevoegen. In dit artikel zullen we verder uitleggen hoe je een zelf een nieuwe vraag creëert. Voor meer informatie over bestaande vragen toevoegen, klik hier

Klik in dit geval dus op Nieuwe creëren (afbeelding 2). Kies een type vraag dat je wilt gebruiken, in dit voorbeeld hebben we gekozen voor de schrijf op vraag (afbeelding 3).

 

Het systeem geeft nu twee tabbladen weer (afbeelding 4): (1) Opstellen en (2) Instellingen. We bespreken in dit artikel de volgende onderwerpen: 

  1. Opstellen;
  2. Instellingen;
  3. Statistieken
  4. Opslaan

 

1. Opstellen

Uitleg van de velden in het tabblad Opstellen:

  • Vraagstelling (afbeelding 5): hier formuleer je de vraagstelling, dit veld moet je altijd invullen. Je kunt bij dit onderdeel ook bijlagen toevoegen. Klik hier voor meer informatie over bijlagen toevoegen.
  • Taal (afbeelding 6): hier kun je aanklikken welke taal je wilt gebruiken voor de spellingscontrole. De spellingscontrole staat automatisch aan voor jou als docent bij het opstellen van een vraag.
  • Punten (afbeelding 7): bij de meeste vraagtypes zie je in de linkerbovenhoek de knop Hier kan je aangeven hoeveel punten de student maximaal kan halen bij deze vraag. Bij de vraagtypes Multiple Choice en ARQ-vraag is dit veld niet aanwezig, dit komt omdat je in het antwoordmodel al aangeeft welke antwoorden correct zijn en hoeveel punten ze waard zijn.
  • Antwoordmodel (afbeelding 8): afhankelijk van het vraagtype geef je hier het/de antwoord(en) aan. Lees verder bij de specifieke vraagtypes wat je hier kunt verwachten.

 

De meeste vragen en antwoorden bieden de mogelijkheid om tekstopmaak, afbeeldingen  en formules toe te voegen via de opmaakbalk (afbeelding 9):

  • Tekstopmaak zijn onder andere opties als: tekst vet of cursief maken, een (on)genummerde lijst toevoegen, lettertype en lettergrootte aanpassen en de tekstkleur en tekstachtergrond veranderen.
  • Klik hier voor meer informatie over het toevoegen van afbeeldingen.
  • Formules en speciale tekens:
    • MathType (Wortel): met deze optie kan je wiskundige formules maken;
    • ChemType (Chemtype): met deze optie kan je scheikundige formules maken;
    • Speciale karakters (Speciale karakters): met deze optie kan je vreemde tekens typen.
    • Klik hier voor meer informatie over tips en tricks voor het gebruik van de formules.

 

Tip: Je kunt ook toetsen met opmaak en afbeeldingen kopiëren van MS Word naar Test-Correct. Dit maakt het eenvoudig om bestaande toetsen in Test-Correct in te voeren.

Terug naar boven

 

2. Instellingen

Bij het creëren van een vraagitem vraagt het systeem een aantal standaard zaken dat bij ieder vraagtype terug te vinden is. Dit zijn de instellingen van de desbetreffende vraag. Deze instellingen moeten per vraag worden ingesteld en kan je terugvinden bij het tabblad Instellingen (afbeelding 10).

Uitleg van de velden in het tabblad Instellingen:

  • Algemeen (afbeelding 11):
    • Sluiten na beantwoorden: Aan betekent dat de student niet meer terug kan naar deze vraag als de student een antwoord heeft gegeven. Uit betekent dat de student wel nog terug kan naar deze vraag als hij of zij al verder was gegaan naar een andere vraag. Deze functie is bijvoorbeeld handig als je niet wilt dat studenten informatie die je in deze vraag geeft nogmaals kunnen bekijken. De student zal gevraagd worden of hij/zij het zeker weet bij het verlaten van de vraag.
    • Deze vraag niet shuffelen: Aan betekent dat de vraag is vastgepind. Als deze optie aanstaat en de optie ‘Shuffle vragen tijdens afname’ bij de toets ook aanstaat, dan zal de vraag altijd in de positie blijven waar de docent deze heeft geplaatst bij het creëren van de toets.
    • Notities toestaan: je kan ervoor kiezen dat studenten een kladblokje hebben om op te schrijven. Dit is een schrijfveld dat de student naast het bestaande antwoordveld kan oproepen. Dit kan handig zijn bij vragen waar studenten het fijn vinden om eerst hun gedachtes op papier te zetten of een berekening te maken voordat ze antwoord geven. Bij het nakijken heeft de docent echter geen inzicht op de inhoud van het kladblokje.
    • Openbaar maken: in de toekomst zal Test-Correct uitgebreid worden met een Nationale vragenbank. Je krijgt dan de mogelijkheid om items van jouw vakcollega’s uit het hele land te gebruiken. Als deze optie is aangevinkt geef je jouw vakcollega’s (buiten jouw school) de mogelijkheid om dit item te vinden in de Nationale Vragenbank en te gebruiken binnen hun eigen toets. Je blijft overigens auteur van dit item.
    • Bespreken in de klas: Aan betekent dat studenten worden betrokken bij het beoordelen van deze vraag op het moment dat je de toets bespreekt. Uit betekent dat deze vraag wel te zien zal zijn bij het bespreken, maar dat studenten niet worden betrokken bij de beoordeling.
    • Halve puntenbeoordeling mogelijk: als deze optie aanstaat dan krijgt de beoordelaar, docent en/of het systeem de mogelijkheid om ook halve punten toe te wijzen bij het beoordelen/nakijken.
  • Taxonomie (afbeelding 12):
    • Voor de analyse kun je aangeven middels RTTIen/of BLOOM en/of Miller welk cognitief niveau wordt aangesproken met deze vraag. Veel docenten in Nederland maken gebruik van de RTTI® methodiek van DocentPlus®. Met Test-Correct kun je simpel een RTTI-export maken van uw klas na iedere gemaakte toets. Op die manier maken we het nog makkelijker om RTTI volwaardig in te zetten bij je toetsen. Je moet onder dit tabblad aangeven of dit vraagitem R, T1, T2 of I is om de RTTI-export mogelijk te maken.
  • Eindtermen & Leerdoelen (afbeelding 13):
    • Eindtermen en Leerdoelen: hier kun je een domein kiezen (en een subdomein als dit gewenst is) van het examenvak waar de huidige toets aan gekoppeld is. In het VO zijn dit de eindtermen die door het Ministerie van OCW zijn opgesteld. In het MBO zijn het zelf opgezette leerdoelen. Test-Correct kan met deze informatie interessante analyses maken die de student en docent inzicht kunnen verschaffen in de voortgang en daarnaast een goede voorbereiding kunnen geven naar het examen toe.
  • Tags (afbeelding 14): hier kun je als docent zelf labels toevoegen waar je op kunt filteren in de zoekmachine van de vragenbank. Wanneer je zoekt naar bepaalde termen in de vragenbank, dan zal het systeem zoeken in de vraagstelling, het antwoordmodel en in de door jouw aangemaakte tags. Een tag toevoegen is handig wanneer een bepaalde term bij deze vraag hoort, maar niet is terug te lezen in de vraagstelling, in het antwoordmodel, of wanneer je later op hoofdstuk van je lesboek wilt filteren. In dat laatste kun je bijvoorbeeld de titel en het nummer van het hoofdstuk toevoegen als tag.

 

Terug naar boven

 

3. Statistieken

Er verschijnt een extra tabblad naast Opstellen en instellingen als je een eerder opgeslagen vraagitem opent, namelijk Statistieken (afbeelding 15). In dit tabblad kan je het volgende terugvinden:

  • P-waardes per leerjaar en leerniveau;
  • RIT-waardes per leerjaar en leerniveau;
  • Het unieke ID van desbetreffend vraagitem;
  • De auteur(s) van desbetreffend vraagitem.

Terug naar boven. 

 

4. Opslaan

Wijzigingen worden automatisch opgeslagen en realtime bijgehouden. Als je op Vraag toevoegen klikt, op een eerder opgeslagen vraagitem klikt of op de terug knop klikt, zie je in de rechterbovenhoek Wijzigingen opgeslagen (afbeelding 16). 

 

Terug naar boven.