Relateervraag

Bij het vraagtype Relateer kun je lijsten opstellen met korte antwoorden, bijvoorbeeld voor vocabulaire, of het benoemen van begrippen bij definities of synoniemen.

Voor algemene uitleg over vraagitem creëren, klik hier.

Dit vraagtype staat in de bèta en kan nog niet op elke schoollocatie gebruikt worden. Binnenkort wordt deze beschikbaar gemaakt voor iedereen. Wil je er nu al gebruik van maken, geef dit dan door aan je projectleider.

Dit vraagtype is op dit moment enkel beschikbaar voor de taalvakken.

Stappenplan Relateervraag:

Het tabblad Begeleidende tekst

Klik op Vraag toevoegen (afbeelding 1) > Nieuwe creëren (afbeelding 2) > Relateer (afbeelding 3). Onder de Begeleidende tekst kun je de vraag formuleren (afbeelding 4). Geef bij de begeleidende tekst aan wat de leerling in de vraag moet doen, denk hierbij aan: vertaal de woorden die je ziet van het Engels naar het Nederlands. 

Het tabblad Afname instellingen

Er zijn twee opties voor de afname instellingen die je als docent aan en uit kunt zetten (afbeelding 5):

  1. Aantal woorden als carrousel: met deze optie kun je iedere klas een unieke selectie geven uit de woordenlijst. In het aansluitende invulveld kun je aangeven hoeveel items iedere student moet beantwoorden.
  2. Verschillend per student: wanneer je deze optie activeert krijgt iedere student een unieke woordenlijst.

Let op: je kunt deze instellingen pas aanpassen nadat je de woordenlijst hebt opgesteld.

Het tabblad Vraagstelling met antwoordmodel 

Klik op Woorden opstellen (afbeelding 6) en kies uit een van de volgende drie opties (afbeelding 7):

  1. Nieuwe woordenlijst: maak een nieuwe woordenlijst door de woorden handmatig te typen in de invulvelden.
  2. Bestaande woordenlijst: kies een bestaande woordenlijst uit de woordenlijstenbank die je reeds toegevoegd hebt.
  3. Upload bestand: maak een nieuwe woordenlijst vanuit een Excel bestand, zie afbeelding 8 voor een voorbeeld.

Je kunt op vier manieren een woordenlijst opstellen (afbeelding 9):

  1. Zelf typen: je kunt woorden opstellen door te typen.
  2. Uit woordenlijstenbank toevoegen: voeg een woordenlijst toe vanuit de woordenlijstbank door op het plus-icoon achter de betreffende woordenlijst te klikken.
  3. Uit woordenbank toevoegen: voeg een item toe uit de woordenbank door op het plus-icoon achter het betreffende woord te klikken.
  4. Excel bestand toevoegen: importeer een woordenlijst vanuit Excel. Het bestand moet aan de volgende voorwaarden voldoen (afbeelding 8):
    1. Bestand met 1 tabblad;
    2. Minimaal 2, maximaal 4 kolommen;
    3. Geen kolomkoppen;
    4. 1 kolom met taalvak;
    5. 1 kolom met vertaling;
    6. Indien toevoeging aan een bestaande lijst in Test-Correct: volgorde kolommen hetzelfde als bestaande lijst.

Deselecteer of selecteer een item met het vinkje. Alleen woorden met een vinkje worden opgenomen in de toets (afbeelding 10).

Nadat je de woorden heb opgesteld, op een van bovenstaande manieren, stel je per kolom in om wat voor woorden het gaat. Kies uit: taal (bijvoorbeeld: Woord EN en Woord NL), Definitie of Synoniem (afbeelding 11).

Kies vervolgens welke categorie je als vraag wilt tonen aan de student. Het blauw gemarkeerde woord wordt getoond aan de student (afbeelding 12). Je kunt per woord beslissen welk woord wordt getoond aan de student (afbeelding 13). Het wit gemarkeerde woord moet de student als antwoord geven.

Controleer of de bovenste rij goed staat ingesteld en klik rechtsonder op de groene knop Opstellen.

Klik op het oog-icoon bovenin de pagina om een voorbeeld van de vraag te zien vanuit het oogpunt van de student.

Het tabblad Instellingen  

Automatisch worden alle goede antwoorden goedgekeurd. Alle fouten antwoorden dienen door de docent nagekeken te worden. Je kunt deze laatste echter aanpassen in het tabblad Instellingen achter de vraag.

Navigeer naar het tabblad Instellingen. Als je de vraag automatisch door het systeem wilt laten nakijken, klik dan op Afwijkende antwoorden fout rekenen (afbeelding 14).

Indien je het schuifje voor Afwijkende antwoorden fout rekenen selecteert, dan worden de foute antwoorden ook automatisch fout gerekend. Let hier er wel op dat het systeem een exacte overeenkomst van het woord vereist.