Een boxplot kan u in één oogopslag inzicht geven in de spreiding van de cijfers van een toets.
Voor algemene uitleg over Analyse, klik hier.
Een andere term voor boxplot is histogram. Een veelgehoorde uitspraak van de docentgebruikers van Test-Correct: “Voor het eerst dat ik de boxplot daadwerkelijk gebruikt zie worden buiten het klaslokaal.” De ironie hiervan is dat gebruikers doelen op hun eigen schoolperiode als student, maar dat de bruikbare toepassing ervan (die ze nu voor het eerst zien) alsnog in het klaslokaal plaatsvind, met gebruik van Test-Correct.
Afb.38 Voorbeeld van een becijferde toets met boxplot aan de rechterkant
Zodra u een toets becijferd heeft en er zijn minimaal vijf studenten die de toets hebben gemaakt dan zal er een spreiding in de vorm van een boxplot worden gegenereerd in het toetsoverzicht van de becijferde toets (zie afbeelding 38).
De boxplot
Dit is een grafische weergave van de vijf-getallensamenvatting. Deze vijf-getallensamenvatting bestaat uit het minimum (het laagst behaalde cijfer), het eerste kwartiel (het hoogste cijfer van de laagste 25% behaalde cijfers), de mediaan of tweede kwartiel (het hoogste cijfer van de laagste 50% behaalde cijfers, het laagste cijfer van de hoogste 50% behaalde cijfers of het gemiddelde tussen deze twee cijfers), het derde kwartiel (het laagste cijfer van de 25% hoogst behaalde cijfers) en het maximum (het hoogst behaalde cijfer).
Een boxplot is weliswaar een sterk vereenvoudigde, maar zeer bruikbare voorstelling van de data.
Een boxplot kan u in één oogopslag inzicht geven in de spreiding van de cijfers. De middelste 50% (de dikke balk met de mediaan erdoor) vertelt wat het gros van uw studenten heeft gescoord. De spreiding is direct te zien aan de hand van de afstanden tussen de kwartielen.
Een toets dient de goed presterende student te onderscheiden van de slecht presterende student. Als de spreiding erg klein is moet u zich afvragen wat de validiteit van de toets is. Wij adviseren u de P-waarde van ieder vraagitem te bekijken en te achterhalen waarom de spreiding zo gering is. Bij een valide toets is er een grote spreiding te zien in de laagste 25% en de hoogste 25%.
Afb.39a Afb.39b Afb.39c
- Afb.39a: grote spreiding (aanwijzing van een goede toets)
- Afb.39b: geringe spreiding bij de middelste 50% (aanwijzing van een gebrekkige normering)
- Afb.39c: geringe spreiding in zijn totaliteit (aanwijzing van een slechte toets)
Een veelgemaakte fout is te denken dat de mediaan gelijk is aan het gemiddelde. Dat is niet het geval. De mediaan is het middelste cijfer van alle behaalde cijfers als de cijfers zijn gerangschikt van hoog naar laag. Vaak ligt dit cijfer dicht bij het klasgemiddelde maar dit hoeft dus niet het geval te zijn.
De veroorzaakte discrepanties
In het toetsoverzicht van de becijferde toets ziet u in de lijst van studenten de kolom ‘Veroorzaakte discrepanties’. Voor iedere student staat hier een getal. Hoe hoger het getal des te slechter heeft de student beoordeelt.
Opmerking: Iemand die niet aanwezig was bij het beoordelen heeft 0 discrepanties.
Als iemand bijzonder veel discrepanties heeft veroorzaakt kan dit het volgende betekenen:
- Hij/zij vindt het proces van beoordelen lastig;
- Tip: Plaats bij een volgende bespreking de student dichter bij u, zo kunt u af en toe over de schouder meekijken en daar waar nodig is de student begeleiden.
- De student heeft moeite met het lezen vanaf het schoolbord;
- Tip: Zet de student dichter bij het schoolbord en vraag hem/haar of de tekst nu duidelijker leesbaar is.
- De student heeft willens en wetens er met de pet naar gegooid.
- Tip: Ga het gesprek aan met deze student.
Antwoorden van een student bekijken
In het overzicht ‘Na te kijken toets’ en ‘Becijferde toets’ ziet u naast iedere leerling aan de rechterkant drie icoontjes (zie afbeelding 38).
– Hiermee kunt u een persoonlijk bericht sturen naar deze student.
– Hiermee kunt u meer informatie opvragen van deze student.
– Hiermee opent u de antwoorden van de student.
Nadat u op () heeft gedrukt ziet u alle vragen met onder iedere vraag het gegeven antwoord. Aan de rechterzijde ziet u het aantal punten die de student heeft behaald met zijn/haar antwoord, dit is echter leeg als de vraag nog beoordeeld moet worden. Als er al is beoordeeld ziet u ook de namen van de beoordelaars. Heeft u als docent ook al nagekeken dan ziet u ook ‘docent’ staan. Bij gesloten vragen ziet u ‘systeem’ staan als beoordelaar.